Het Coranavirus waart ook door ons economische lichaam. Ondernemers proberen het hoofd boven water te houden en snakken naar een liquiditeitsvaccin. De overheid heeft dat vaccin ook niet maar probeert met wat medicatie het virus af te zwakken. Vandaar dat op 24 april 2020 een 6 tal nieuwe steunmaatregelen zijn aangekondigd.

Verlaging van het gebruikelijk loon bij omzetdaling
Ondernemers in een BV vorm dienen een gebruikelijk loon op te nemen, maar wat nu als de omzet wegvalt. eerder werd al geroepen dat het dan maar op jaarbasis bekeken diende te worden. Nu is aangekondigd dat DGA’s voor de loonheffingen tijdelijk van een lager loon mogen uitgaan, in verhouding tot de omzetdaling van het bedrijf.

Versoepeling urencriterium
Voor een groot aantal aftrekposten (o.a. de zelfstandigenaftrek geldt een urencriterium van 1.225 uur per jaar. Door het verlies aan omzet loopt een ondernemer risico dat dit aantal uur (ongeveer 24 uur per week) niet wordt behaald. Dus zal de Belastingdienst er van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 van uitgaan dat ondernemers ten minste 24 uren per week aan de onderneming hebben besteed, ook als ze die uren niet daadwerkelijk hebben besteed. Voor ondernemers die sterk seizoensafhankelijk werken, zoals in de horeca of festivalbranche, wordt ook geregeld dat ze onder de versoepeling vallen.

Fiscale coronareserve in de vennootschapsbelasting
Een zeer opmerkelijke en nog niet eerder geïntroduceerd middel vormt de fiscale corona-reserve. Verliezen die VPB-belastingplichtige bedrijven dit jaar verwachten te lijden mogen alvast in aanmerking worden genomen bij het bepalen van de winst van 2019. In de vennootschapsbelasting kennen we wel een middel verliesverrekening. Verliezen van een belastingjaar mogen verrekend worden met winsten van andere jaren (1 jaar terug en 6 jaar vooruit) Maar normaliter kon die verrekening pas plaatsvinden bij het doen van de aangifte vennootschapsbelasting 2020 (dus ergens in 2021), waardoor het dan pas liquiditeit oplevert. Daarom wordt het voor vennootschappen mogelijk het verwachte verlies voor het jaar 2020 door de corona-crisis als fiscale coronareserve ten laste van de winst van het jaar 2019 te brengen. Hierbij geldt dat deze corona-reserve niet hoger mag zijn dan de winst van 2019. Het is dus van groot belang dat de DGA hierover goed overleg pleegt met zijn adviseur.

Uitstel inwerkingtreding wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap
IN 2022 zou een directeur aandeelhouder worden belast ingeval hij teveel geld zou lenen van zijn of haar B.V. Het wetsvoorstel Wet excessief lenen zoals dat werd genoemd, wordt een jaar uitgesteld tot 1 januari 2023. DGA’s hebben zo meer tijd, tot eind 2023, om zich voor te bereiden en schulden aan de eigen vennootschap die hoger zijn dan € 500.000 (exclusief eigenwoningschulden) af te lossen.

Werkkostenregeling
In de werkkostenregeling (geven van vergoedingen aan medewerkers) geldt een vrije ruimte. De naam zegt het al, dat bedrag mag vrij besteed worden aan belastingvrije kostenvergoedingen (bijv. kerstpakket, representatie etc.) De vrije ruimte die werkgevers hebben in de werkkostenregeling wordt eenmalig verhoogd van 1,7% naar 3% voor de eerste € 400.000 van de loonsom per werkgever. Werkgevers die daar ruimte voor hebben kunnen hun werknemers daarmee extra tegemoetkomen.

Betaalpauze voor hypotheekverplichtingen
Kredietverstrekkers willen klanten de mogelijkheid bieden een betaalpauze van rente en aflossing aan te gaan voor maximaal zes maanden als zij tijdens de corona-crisis tijdelijk niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Daar zijn nu ook al regels voor. namelijk hypotheken waarvoor een fiscale aflossingsverplichting geldt, moeten dit bij een achterstand in 2020, uiterlijk in 2021 worden terugbetaald. Daar komen nu verruimingen in : ten eerste hoeft de aflossingsachterstand niet uiterlijk 31 december 2021 te worden betaald, maar kan deze (direct) worden uitgesmeerd over de resterende looptijd (van maximaal 360 maanden). Ten tweede kan een klant in plaats hiervan kiezen om zijn resterende lening te splitsen. Hierdoor hoeft de maximaal zes maanden achterstand niet per definitie te worden uitgesmeerd over de resterende looptijd, maar kan dit ook apart binnen bijvoorbeeld vijf jaar worden afbetaald.

door Fred Snelderwaard | apr 25, 2020